Erkende stagemeesters en stagediensten (binnen het kader van de professionele stage voor klinisch psychologen)

Deze webpagina werd voor het laatst geüpdatet op 30/03/2023.

Terug naar pagina Visum - erkenning - inschrijving

Studenten die in het academiejaar 2023-2024 of in de daaropvolgende academiejaren hun studie klinische psychologie afronden, zullen normaal gesproken na hun studie een professionele stage moeten volgen om de erkenning als klinisch psycholoog te bekomen. Merk op dat hierover nog enige onzekerheid bestaat. Wij nodigen u uit om contact op te nemen met het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid voor de meest recente informatie.

In ieder geval zijn studenten klinische psychologie die op 1 september 2016 of ten laatste in het academiejaar 2016-2017 met hun studie zijn begonnen, vrijgesteld van de professionele stage, ongeacht het academiejaar waarin zij hun studie klinische psychologie succesvol afronden. [1]

Klik hier voor meer informatie over de professionele stage voor klinisch psychologen.

Deze professionele stage zal enkel kunnen worden afgelegd bij een erkend stagemeester (of desgevallend een erkend coördinerend stagemeester) binnen een erkende stagedienst. De criteria voor erkenning van de stagemeester en stagedienst liggen vervat in:

  • Het koninklijk besluit van 26 april 2019 tot vaststelling van de criteria voor de erkenning van klinisch psychologen, alsmede van stagemeesters en stagediensten, hierna afgekort ‘KB 26 april 2019’;
  • Het ministerieel besluit van 28 februari 2020 tot vaststelling van de voorwaarden en procedureregels voor de aanvraag tot erkenning, tot hernieuwing van erkenning en tot intrekking van erkenning als stagemeester en stagedienst in de klinische psychologie, hierna afgekort ‘MB 28 februari 2020’

Deze bijdrage gaat dieper in op deze criteria en beoogt informatie te verschaffen, zowel voor diegenen die de professionele stage zullen moeten volgen, als voor diegenen die wensen een stageplek aan te bieden:

Wie komt in aanmerking als ‘erkend stagemeester’?

De volgende klinisch psychologen komen in aanmerking als ‘erkend stagemeester’:

  • De klinisch psycholoog die sedert minstens vijf jaar als zodanig is erkend (lees: over een visum en een erkenning beschikt) en die gedurende deze periode een klinische psychologische beroepsactiviteit heeft uitgeoefend.  [2]
  • De klinisch psycholoog die op 1 januari 2020 ten minste over vijf jaar relevante beroepservaring beschikt, op voorwaarde dat de aanvraag om te worden erkend als ‘erkend stagemeester’ ten laatste wordt ingediend op 1 juli 2021.  [3]

Gelet op het feit dat het visum sinds mei 2019 wordt toegekend en de erkenning sinds midden-februari 2020 wordt verleend, kan op de eerste mogelijkheid momenteel nog geen beroep worden gedaan. Er kan immers niet worden voldaan aan de voorwaarde van een termijn van vijf jaar. Dit zal pas ten vroegste kunnen vanaf midden-februari 2025.

Vandaar ook dat de wetgever in een overgangsmaatregel heeft voorzien (tweede mogelijkheid): de klinisch psycholoog die op 1 januari 2020 ten minste over vijf jaar relevante beroepservaring beschikt, komt in aanmerking als ‘erkend stagemeester’, voor zover deze ten laatste 1 juli 2021 zijn/haar aanvraag om te worden erkend heeft ingediend.

Concreet betekent dit dat er geen oplossing bestaat voor een klinisch psycholoog die wil worden erkend als ‘erkend stagemeester’ ingeval deze zijn/haar aanvraag indient tussen 2 juli 2021 en ten vroegste midden-februari 2025, zelfs ingeval deze over minimum vijf jaar relevante beroepservaring beschikt en/of zelfs ingeval deze intussen in het bezit is van een visum en een erkenning. Het KB van 26 april 2019 zal vermoedelijk nog worden gewijzigd, waardoor voor deze situatie een oplossing kan worden gecreëerd.

Verder bepaalt het KB van 26 april 2019 dat een stagemeester moet beschikken over didactische, klinische en organisatorische eigenschappen en dat hij/zij een opleiding moet hebben gevolgd voor supervisie en evaluatie van de kandidaten-klinisch psychologen. [4] Het KB van 26 april 2019 bepaalt niet wanneer deze opleiding moet gevolgd worden: (1) vóór de erkenning als ‘erkend stagemeester’ of (2) na de erkenning als ‘erkend stagemeester’ en dus tijdens de professionele stage. Een tekstuele interpretatie van het KB van 26 april 2019 lijkt eerder de tweede optie genegen te zijn, aangezien de verplichting tot het volgen van een opleiding voor supervisie en evaluatie van kandidaten-klinisch psychologen vervat ligt in artikel 16, §1 KB 26 april 2019, en niet in artikel 15 KB 26 april 2019. Artikel 15 beantwoordt de vraag wie in aanmerking komt als ‘erkend stagemeester’. Artikel 16 bevat de verplichtingen voor de erkende stagemeester tijdens de professionele stage. Een verdere concretisering in de praktijk van het KB van 26 april 2019 zal hierover uitsluitsel geven.

Wat wordt bedoeld met een ‘erkend coördinerend stagemeester’?

De kandidaat-klinisch psycholoog beschikt over de mogelijkheid om op verschillende erkende stageplekken onder leiding van verschillende erkende stagemeesters stage te lopen, voor zover hij/zij minstens 840 uren (op een totaal van 1680 uren) doorbrengt in minimum één ervan. [5] 840 uren komt neer op 105 werkdagen of 21 werkweken.

Ingeval de kandidaat-klinisch psycholoog van deze mogelijkheid gebruikmaakt, moet één van de erkende stagemeesters optreden als erkend coördinerend stagemeester. [6] Een ‘erkend coördinerend stagemeester’ is dus een erkende stagemeester die de coördinatie op zich neemt ingeval een kandidaat-klinisch psycholoog beslist om zijn/haar professionele stage te volbrengen in twee of meerdere erkende stageplekken onder leiding van verschillende erkende stagemeesters. In dat opzicht blijft de erkende coördinerend stagemeester tijdens de volledige stage verantwoordelijk voor de opleiding van de kandidaat-klinisch psycholoog, ongeacht in welke stagediensten hij/zij de stage uitoefent. [7]

Welke verplichtingen heeft een erkend stagemeester?

Een erkend stagemeester moet het volgende verzekeren ten aanzien van de kandidaat-klinisch psycholoog die de professionele stage volgt:

  • Een opleiding gestoeld op een ruime wetenschappelijk basis, waarbij de wetenschappelijke en praktische werkzaamheden op elkaar zijn afgestemd [8];
  • Zijn/haar aanwezigheid of de aanwezigheid van een door hem/haar gemandateerde klinisch psycholoog (in dat geval moet telefonische bereikbaarheid nog steeds worden gegarandeerd) tijdens de activiteiten van de kandidaat-klinisch psycholoog in de stagedienst [9];
  • De gelegenheid de voorziene vorming, voordrachten en werkgroepen bij te wonen [10];
  • Toezicht op de werkzaamheden van de kandidaat-klinisch psycholoog, alsmede door de door hem/haar opgestelde documenten [11];
  • Per voltijdse week minstens 1 uur begeleidingscontact [12];
  • Groepsvergaderingen op regelmatige basis en minstens tien keer per jaar (seminaries, gevalsbesprekingen, bespreking van klinisch psychologische publicaties, enz.) [13];
  • De bevordering van contacten tussen de kandidaat-klinisch psycholoog en andere gezondheidszorgbeoefenaars door het organiseren van multidisciplinaire en interdisciplinaire vergaderingen.  [14]

Daarnaast moet de erkende stagemeester ook aan de volgende verplichtingen voldoen:

  • Het volgen van een jaarlijkse permanente vorming, georganiseerd door universitaire instellingen of door wetenschappelijke verenigingen in samenwerking met universitaire instellingen [15];
  • Het blijven uitoefenen gedurende zijn/haar erkenning als ‘erkend stagemeester’ van een reële klinische activiteit binnen de stagedienst of binnen iedere vestigingsplaats van de stagedienst indien deze is uitgesplitst over meerdere vestigingsplaatsen. [16]

De erkende stagemeester moet zich er verder van vergewissen (en dit vooraleer de professionele stage aanvangt) dat er in hoofde van de kandidaat-klinisch psycholoog een gepaste verzekering voor beroepsaansprakelijkheid werd afgesloten. [17] Deze verzekering moet alle handelingen dekken die de kandidaat tijdens de professionele stage stelt. [18]

De erkende stagemeester mag aan de kandidaat-klinisch psycholoog bovendien slechts die verantwoordelijkheid toevertrouwen dewelke met de stand van zijn/haar opleiding overeenkomt. [19]

Tot slot mag de erkende stagemeester slechts een beperkt aantal kandidaat-klinisch psychologen begeleiden en dit in functie van het aantal consultaties in de stagedienst en het aantal erkende klinisch psychologen (lees: klinisch psychologen die over hun visum en erkenning beschikken) in de stagedienst. [20] Het maximale aantal kandidaat-klinisch psychologen dat tegelijkertijd kan worden begeleid door de stagemeester is vier[21]

Welke diensten komen in aanmerking als ‘erkende stagedienst’?

Drie categorieën van stagediensten komen in aanmerking als ‘erkende stagedienst’. Elk van deze categorieën moet daarvoor aan specifieke erkenningsvoorwaarden voldoen. [22]

Het gaat om de volgende drie categorieën van stagediensten:

  • Reguliere stagedienst
  • Niet-reguliere stagedienst
  • Buitenlandse stagedienst

Het KB van 26 april 2019 bevat geen exacte definitie van wat moet worden verstaan onder een ‘reguliere stagedienst’, een ‘niet-reguliere stagedienst’ en een ‘buitenlandse stagedienst’.

  • Wel bepaalt het KB van 26 april 2019 dat een stage binnen een reguliere stagedienst plaatsvindt binnen een zorgvoorziening of een praktijk waar klinische psychologie wordt aangeboden. [23]
  • Daarnaast bepaalt het KB van 26 april 2019 dat een niet-reguliere stagedienst erop gericht is om de kandidaat-klinisch psycholoog bepaalde specifieke vaardigheden bij te brengen die betrekking hebben op een welbepaald en beperkt onderdeel van de beroepsuitoefening en die bovendien niet kunnen worden verworven binnen een reguliere stagedienst. Het lijkt voor niet-reguliere stagediensten dus te gaan om gespecialiseerde organisaties, zoals bijvoorbeeld het VLESP [24] of centra voor slachtofferhulp. Een verdere concretisering in de praktijk van het KB van 26 april 2019 zal dit uitwijzen.

Reguliere stagedienst

De reguliere stagedienst moet aan de volgende cumulatieve voorwaarden voldoen om te worden erkend als ‘erkende stagedienst’:

  • Aanbod van activiteiten die voldoende omvangrijk en verscheiden is, rekening houdend met de duur van de professionele stage, zodat de kandidaat-klinisch psycholoog een ruime ervaring kan opdoen, zowel kwantitatief als kwalitatief [25];
  • Aanbod van minstens één van de activiteiten die behoren tot de praktijk van de klinische psychologie, met name “ het gebruikelijk verrichten van handelingen die tot doel hebben of worden voorgesteld tot doel te hebben, bij een mens en in een wetenschappelijk onderbouwd klinisch psychologisch referentiekader, de preventie (1), het onderzoek (2), het opsporen (3), het stellen van een psychodiagnose (4) van echt dan wel ingebeeld psychisch of psychosomatisch lijden en die persoon te behandelen (5) of te begeleiden (6) ” [26];
  • Minimum driejarig bestaan op het moment van de erkenningsaanvraag [27];
  • Maximale mogelijkheid tot multidisciplinaire en interdisciplinaire samenwerking, zowel binnen de dienst, als eventueel met andere diensten. [28]

De erkenning van de reguliere stagedienst als ‘erkende reguliere stagedienst’ kan slaan op de gehele voorziening of op een gedeelte ervan. [29] De erkenning als ‘erkende reguliere stagedienst’ kan ook betrekking hebben op alle activiteiten van de klinische psychologie (hierboven opgesomd) of op een gedeelte ervan. [30]

Niet-reguliere stagedienst

Het KB van 26 april 2019 bevat geen concrete opsomming van (eventueel cumulatieve) voorwaarden waaraan een niet-reguliere stagedienst moet voldoen om als dusdanig te worden erkend.

Wel bepaalt het KB van 26 april 2019 dat de niet-reguliere stagedienst erop gericht is om de kandidaat-klinisch psycholoog bepaalde specifieke vaardigheden bij te brengen die betrekking hebben op een welbepaald en beperkt onderdeel van de beroepsuitoefening die niet kunnen worden verworven binnen een reguliere stagedienst. [31] Hieruit kan afgeleid worden dat opdat een niet-reguliere stagedienst als dusdanig kan worden erkend, de niet-reguliere stagedienst een activiteit of activiteiten moet aanbieden die bepaalde specifieke vaardigheden bijbrengen die betrekking hebben op een welbepaald en beperkt onderdeel van de beroepsuitoefening die niet kunnen worden verworven binnen een reguliere stagedienst.

Bovendien kan de niet-reguliere stagedienst slechts een onderdeel van de stage aan de kandidaat klinisch psycholoog aanbieden dat maximum 420 uren bedraagt. [32]

Wanneer een deel van de stage in een niet-reguliere stagedienst wordt voltooid, wordt, onverminderd artikel 23, een overeenkomst afgesloten tussen de coördinerend stagemeester, de kandidaat klinisch psycholoog en de stagemeester van de niet-reguliere stagedienst, waarin minstens de modaliteiten en eindtermen van de stage, de afspraken inzake de vergoeding van de kandidaat klinisch psycholoog evenals de modaliteiten aangaande de beroepsverzekering worden opgenomen. [33]

De minister van Volksgezondheid beschikt over een rechtsgrond die haar moet toelaten om daar in de toekomst meer duidelijkheid over te scheppen. [34] In de toekomst zal het dus vermoedelijk duidelijker worden aan welke, eventueel bijkomende, voorwaarden een niet-reguliere stagedienst moet voldoen om als dusdanig te worden erkend.

Buitenlandse stagedienst

Het KB van 26 april 2019 bevat eveneens geen concrete opsomming van (eventuele cumulatieve) voorwaarden waaraan een buitenlandse stagedienst moet voldoen om als dusdanig te worden erkend.

De minister van Volksgezondheid beschikt over een rechtsgrond om hier in de toekomst meer duidelijkheid over te scheppen. [35]

Welke verplichtingen heeft een ‘erkende stagedienst’?

Reguliere stagedienst

De erkende reguliere stagedienst moet ook tijdens de professionele stage blijven voldoen aan de voorwaarden om als dusdanig te worden erkend. [36]

Klik hier voor meer informatie over de voorwaarden waaraan de reguliere stagedienst moet voldoen om te worden erkend.

In dat opzicht moet de erkende reguliere stagedienst tijdens de professionele stage blijven verzekeren dat:

  • De aangeboden activiteiten voldoende omvangrijk en verscheiden zijn, rekening houdend met de duur van de opleiding, zodat de kandidaat-klinisch psycholoog een ruime ervaring kan opdoen, zowel kwantitatief als kwalitatief  [37];
  • De aangeboden activiteiten minstens één activiteit omvatten die behoort tot de praktijk van de klinische psychologie, met name: “ het gebruikelijk verrichten van handelingen die tot doel hebben of worden voorgesteld tot doel te hebben, bij een mens en in een wetenschappelijk onderbouwd klinisch psychologisch referentiekader, de preventie (1), het onderzoek (2), het opsporen (3), het stellen van een psychodiagnose (4) van echt dan wel ingebeeld psychisch of psychosomatisch lijden en die persoon te behandelen (5) of te begeleiden (6)” [38];
  • Maximaal multidisciplinaire en interdisciplinaire samenwerking mogelijk is, zowel binnen de dienst, als eventueel met andere diensten. [39]

Niet-reguliere stagedienst

Ook de erkende niet-reguliere stagedienst moet tijdens de professionele stage blijven voldoen aan de voorwaarden om als dusdanig te worden erkend. [40]

In die zin moet de niet-reguliere stagedienst tijdens de professionele stage blijven verzekeren dat een activiteit of activiteiten worden aangeboden die bepaalde specifieke vaardigheden bijbrengen die betrekking hebben op een welbepaald en beperkt onderdeel van de beroepsuitoefening van klinisch psycholoog die niet kunnen worden verworven binnen een reguliere stagedienst. [41]

De minister van Volksgezondheid beschikt over een rechtsgrond die haar moet toelaten om daar in de toekomst meer duidelijkheid over te scheppen. [42]

Buitenlandse stagedienst

Net zoals de erkende reguliere en niet-reguliere stagedienst, moet ook de buitenlandse stagedienst tijdens de professionele stage blijven voldoen aan de voorwaarden om als dusdanig te worden erkend. [43]

Het KB van 26 april 2019 bevat op heden evenwel geen concrete opsomming van (eventuele cumulatieve) voorwaarden waaraan een buitenlandse stagedienst moet voldoen om te worden erkend.

De minister van Volksgezondheid beschikt over een rechtsgrond die haar moet toelaten om daar in de toekomst meer duidelijkheid over te scheppen. [44]

Welke concrete stappen moet ik ondernemen om de erkenning als erkende stagemeester en stagedienst te bekomen?

De aanvraag tot erkenning als stagemeester en stagedienst zal elektronisch gebeuren bij de FOD Volksgezondheid aan de hand van een uniek formulier[45] Dit formulier is nu nog niet beschikbaar, maar zou normaliter binnenkort beschikbaar moeten zijn. Via dit formulier zullen de kandidaat-stagemeester en de kandidaat-stagedienst moeten aantonen dat zij voldoen aan de voorwaarden die hierboven werden opgesomd. [46] Zij zullen bij hun aanvraag ook een overeenkomst moeten toevoegen waarin de wederzijdse rechten en plichten worden opgesomd tussen de kandidaat-stagemeester en stagedienst enerzijds en de kandidaat-klinisch psycholoog die de stage moet volgen anderzijds. [47]

De aanvragen zullen beoordeeld worden door een permanente werkgroep van de Federale Raad voor de geestelijke gezondheidszorgberoepen. [48] De Federale Raad bezorgt haar advies aan de Minister van Volksgezondheid binnen de 60 dagen die dan uiteindelijk zal beslissen over de erkenning. [49] De kandidaat-stagemeester en stagedienst zullen hiervan elektronisch op de hoogte worden gebracht. [50]

Wie houdt toezicht op de erkende stagemeesters en stagediensten?

De FOD Volksgezondheid houdt toezicht op de erkende stagemeesters en stagediensten, in die zin dat de erkenning van ‘erkend stagemeester’ of ‘erkende stagedienst’ kan worden ingetrokken in de volgende twee gevallen:

  • Ingeval de stagemeester of de stagedienst niet langer aan de vastgestelde criteria voldoet,
  • Ingeval de stagemeester maatregelen of sancties van strafrechtelijke, disciplinaire of administratieve aard heeft opgelopen. [51]

Bijvoorbeeld: Indien de erkende stagemeester twee weken wordt geschorst door de tuchtinstanties van de Psychologencommissie wegens het schenden van het beroepsgeheim, kan diens erkenning van ‘erkend stagemeester’ worden ingetrokken. Het gaat daarbij om een mogelijkheid. Het is dus niet noodzakelijk zo dat dergelijke tuchtsanctie leidt tot de intrekking van de erkenning als ‘erkend stagemeester’.

Dit neemt uiteraard niet weg dat de tuchtinstanties van de Psychologencommissie ook een klacht kunnen behandelen in verband met een vermeende inbreuk op de deontologische code door een erkend stagemeester-psycholoog, voor zover aan de voorwaarden van ontvankelijkheid is voldaan.

Klik hier voor meer informatie over de tuchtprocedure van de Psychologencommissie.

Dezelfde procedurevoorschriften zullen gelden voor de intrekking van de erkenning, als voor de toekenning van de erkenning. [52] Concreet betekent dit dat de permanente werkgroep binnen de Federale Raad voor de geestelijke gezondheidszorgberoepen ook hier advies zal verlenen binnen de 60 dagen, waarna de Minister van Volksgezondheid een beslissing zal nemen die elektronisch aan de betrokkene zal worden bezorgd.

Voor welke termijn geldt de erkenning als ‘erkend stagemeester’ of ‘erkende stagedienst’ en kan deze termijn worden hernieuwd?

De erkenning als ‘erkend stagemeester’ of ‘erkende stagedienst’ wordt verleend voor een termijn van vijf jaar. [53] Deze termijn kan worden hernieuwd. [54] De aanvraag tot hernieuwing van de erkenning moet zes maanden voor het verstrijken van de termijn worden ingediend. [55] Ingeval geen tijdige beslissing wordt genomen over de hernieuwing van de erkenning als ‘erkend stagemeester’ of ‘erkende stagedienst’, blijft de erkenning gelden tot over de aanvraag van de hernieuwing werd beslist. [56] Dezelfde procedurevoorschriften als diegene voor de aanvraag tot erkenning gelden voor de aanvraag tot hernieuwing. [57] Opnieuw zal dus een elektronische aanvraag moeten worden ingediend bij de FOD Volksgezondheid, waarbij de erkende stagemeester en stagedienst die hun erkenning wensen te behouden, zullen moeten aantonen dat ze aan de erkenningsvoorwaarden voldoen (zie hoger).

Terug naar pagina Visum - erkenning - inschrijving

Referenties

[1] Art. 68/1, §4, eerste lid Gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen; art. 6 tem 11 Koninklijk besluit van 26 april 2019 tot vaststelling van de criteria voor de erkenning van klinisch psychologen, alsmede van stagemeesters en stagediensten.

[2] Art. 15, eerste lid KB 26 april 2019.

[3] Art. 15, tweede lid KB 26 april 2019.

[4] Art. 16, §1 KB 26 april 2019.

[5] Art. 7, §3 KB 26 april 2019.

[6] Art. 22, eerste lid KB 26 april 2019.

[7] Art. 22, tweede lid KB 26 april 2019.

[8] Art. 16, §2 KB 26 april 2019.

[9] Art. 19 KB 26 april 2019.

[10] Art. 25 KB 26 april 2019.

[11] Art. 26, eerste lid KB 26 april 2019.

[12] Art. 26, tweede lid KB 26 april 2019.

[13] Art. 27, eerste lid KB 26 april 2019.

[14] Art. 27, tweede lid KB 26 april 2019.

[15] Art. 16, §3 KB 26 april 2019.

[16] Art. 17 KB 26 april 2019.

[17] Art. 24, eerste lid KB 26 april 2019.

[18] Art. 24, tweede lid KB 26 april 2019.

[19] Art. 28 KB 26 april 2019.

[20] Art. 21 KB 26 april 2019.

[21] Art. 21 KB 26 april 2019.

[22] Art. 29 KB 26 april 2019.

[23] Art. 30 KB 26 april 2019.

[24] Voluit: Vlaams Expertisecentrum Suïcidepreventie.

[25] Art. 31 KB 26 april 2019.

[26] Art. 68/1, §3, eerste lid Gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen; art. 32 KB 26 april 2019.

[27] Art. 33 KB 26 april 2019.

[28] Art. 33 KB 26 april 2019.

[29] Art. 30, eerste lid KB 26 april 2019.

[30] Art. 30, tweede lid KB 26 april 2019.

[31] Art. 36 KB 26 april 2019.

[32] Art. 37 KB 26 april 2019.

[33] Art. 38 KB 26 april 2019.

[34] Met name: art. 44 KB 26 april 2019.

[35] Met name: art. 44 KB 26 april 2019.

[36] Hfdst. IV, Afd. 2 KB 26 april 2019 in samenlezing met art. 43 KB 26 april 2019.

[37] Art. 31 KB 26 april 2019.

[38] Art. 69/1, §3, eerste lid Gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen; art. 32 KB 26 april 2019.

[39] Art. 33 KB 26 april 2019.

[40] Hfdst. IV, afd. 3 KB 26 april 2019 in samenlezing art. 43 KB 26 april 2019.

[41] Art. 36 KB 26 april 2019.

[42] Met name: art. 44 KB 26 april 2019.

[43] Hfdst. IV, afd. 4 KB 26 april 2019 in samenlezing met art. 43 KB 26 april 2019.

[44] Met name: art. 44 KB 26 april 2019.

[45] Art. 1, §1, eerste en derde lid MB 28 februari 2020.

[46] Art. 1, §2 en 3 MB 28 februari 2020.

[47] Art. 1, §2 MB 28 februari 2020.

[48] Art. 2 MB 28 februari 2020.

[49] Art. 3 en 4 MB 28 februari 2020.

[50] Art. 4, laatste lid MB 28 februari 2020.

[51] Art. 43 KB 26 april 2019.

[52] Art. 6 MB 28 februari 2020.

[53] Art. 41, §1 KB 26 april 2019.

[54] Art. 41, §1 KB 26 april 2019.

[55] Art. 41, §2, eerste lid 26 april 2019.

[56] Art. 41, §2, tweede lid 26 april 2019.

[57] Art. 5 MB 28 februari 2020.


 
Deel deze pagina