De zelfstandig psycholoog en insolventie

Recente wijzigingen aan het wettelijk kader

Tot nog toe genoten psychologen maar weinig bescherming wanneer hun beroepsactiviteit financieel in de gevarenzone komt. Hier komt echter verandering in met de wet van 11 augustus 2017[1] die een nieuw Boek XX invoegt in het Wetboek Economisch Recht en het insolventierecht op die manier grondig hervormt. Eén van de belangrijkste implicaties is dat de beoefenaars van vrije beroepen[2], en dus ook zelfstandige psychologen, onder het toepassingsgebied van het insolventierecht komen te vallen en dus het onderwerp kunnen vormen van insolventierechtelijke maatregelen. Zo kan een psycholoog voortaan een faillissement aanvragen, maar bestaan er ook specifieke procedures die hem helpen om zijn activiteit te redden.

Doorheen deze insolventieprocedures wordt bovendien een specifieke rol toebedeeld aan toezichtsorganen zoals de Ordes en Instituten. De Psychologencommissie wordt onder deze categorie ingedeeld en zal voortaan een aantal bijkomende functies vervullen bij verscheidene procedures die betrekking hebben op insolvente beroepsbeoefenaars. Zo zal de Psychologencommissie bijvoorbeeld een aanspreekpunt zijn voor rechters die over insolventieprocedures oordelen en in dit kader advies wensen over de deontologische plichten waarmee zij moeten rekening houden. Anderzijds zal de Psychologencommissie een lijst van mede-insolventiefunctionarissen opstellen, psychologen die een specifieke rol zullen vervullen bij een aantal insolventierechtelijke maatregelen.  

Hieronder overlopen we de belangrijkste insolventierechtelijke maatregelen en lichten we toe wie deze mede-insolventiefunctionarissen precies zijn en wat van hen wordt verwacht.  

Inhoud

Wat zijn de verschillende insolventiemaatregelen waarmee u kan worden geconfronteerd?

Voor zelfstandige vrije beroepers in financiële moeilijkheden kunnen verschillende soorten procedures worden opgestart. Hieronder geven we een aantal mogelijke maatregelen waarmee de psycholoog theoretisch gezien kan worden geconfronteerd, waarbij we starten met de minst ingrijpende. We kunnen echter nog niet voorspellen met welke procedures insolvente psychologen in praktijk zullen worden geconfronteerd. De toekomst zal dit moeten uitwijzen.

  1. 1. Opsporing van ondernemingen in moeilijkheden

De rechtbank van koophandel verzamelt gegevens over vrije beroepsbeoefenaars in financiële moeilijkheden om zo:

  • de continuïteit van hun activiteiten te vrijwaren;
  • de bescherming van de rechten van de schuldeisers te verzekeren.

Wanneer onderzoek uitwijst dat die continuïteit bedreigd is, kunnen zij de psycholoog in kwestie oproepen om zo meer informatie te krijgen over de stand van zaken en hem ook aan te zetten tot actie. Het gaat hier niet om een advies of een begeleiding, maar wel om een bewustmaking van de problemen. Als de problemen niet opgelost geraken, kan het dossier vervolgens worden doorgestuurd naar de rechtbank of het Openbaar Ministerie met de volgende procedures als mogelijk gevolg: faillissement, de aanstelling van een voorlopig bewindvoerder of de gerechtelijke ontbinding van de rechtspersoon.

  1. 2. Voorlopige maatregelen in probleemgevallen.

De rechtbank heeft eveneens de mogelijkheid om een aantal crisismaatregelen te nemen wanneer er spraken is van insolventie. Wanneer een rechtbank in het kader van een specifiek dossier vaststelt dat de psycholoog een grove tekortkoming heeft begaan die de continuïteit van zijn activiteit in gevaar brengt, kan de voorzitter van de rechtbank op verzoek van het Openbaar Ministerie of elke belanghebbende bijvoorbeeld beslissen om één of meerdere gerechtsmandatarissen aan te stellen. De voorzitter van de rechtbank bepaalt de duur en de draagwijdte van hun opdracht in functie van het specifieke probleem dat een bedreiging betekent voor die continuïteit.

Wanneer tijdens een gerechtelijke reorganisatie (zie punt 4) blijkt dat er sprake is van een ‘kennelijke grove fout’[3], kan als voorlopige maatregel ook een voorlopig bewindvoerder worden aangesteld voor de gehele of gedeeltelijke ontneming van het beheer van de activiteit.

Ter informatie, een voorlopig bewindvoerder kan ook worden aangesteld wanneer er gewichtige aanwijzingen zijn dat de voorwaarden om van een faillissement te spreken vervuld zijn (het faillissement is dus nog niet uitgesproken). Deze maatregel mondt vervolgens uit in een gerechtelijke reorganisatie (zie punt 4), een faillissement (zie punt 5) of een gerechtelijke ontbinding.

  1. 3. Buitengerechtelijk minnelijk akkoord en ondernemingsbemiddelaar.

De psycholoog met schulden kan ervoor kiezen om aan al zijn schuldeisers of aan twee of meer onder hen een minnelijk akkoord voor te stellen met het oog op de reorganisatie van het geheel of een gedeelte van zijn activa of van zijn professionele activiteiten. Op verzoek van de insolvente psycholoog kan de voorzitter van de rechtbank in dit kader een ondernemingsbemiddelaar aanstellen om de reorganisatie te vergemakkelijken. De opdracht van deze bemiddelaar eindigt wanneer de psycholoog of de ondernemingsbemiddelaar dit beslissen en de voorzitter van de rechtbank hiervan op de hoogte brengen.

Het buitengerechtelijk minnelijk akkoord, al dan niet met tussenkomst van de ondernemingsbemiddelaar, is erop gericht om financiële problemen aan te pakken voordat een formele insolventieprocedure zich opdringt. Het gaat om een discrete manier van reorganisatie die bijzonder geschikt is voor de beoefenaars van een vrij beroep.

  1. 4. Gerechtelijke reorganisatie

De gerechtelijke reorganisatie is een formele en publieke procedure die de insolvente psycholoog in staat stelt om (een deel van) zijn onderneming of activiteiten te redden. De psycholoog krijgt een opschorting van betaling, zowel wat betreft persoonlijke als professionele schulden en krijgt zo de kans om een minnelijk akkoord te onderhandelen, een collectief akkoord voor te leggen aan de schuldeisers en de rechtbank of de activiteiten over te dragen via een overdracht onder gerechtelijk gezag (zie onderstaande tabel voor een toelichting). De schuldeisers kunnen gedurende de reorganisatie hun schulden dus niet opvorderen, noch kan de psycholoog failliet worden verklaard (tenzij op initiatief van de psycholoog zelf). De gerechtelijke reorganisatie voorziet eveneens een bescherming voor de naasten van de psycholoog in kwestie.

Een minnelijk akkoord

De psycholoog in schulden onderhandelt een vrijwillig akkoord met twee of meer van de schuldeisers. Alle schuldeisers die hierbij betrokken zijn moeten expliciet instemmen met het akkoord.

Dit minnelijk akkoord is in principe hetzelfde als het buitengerechtelijk minnelijk akkoord (zie hierboven), met het verschil dat de eerste binnen een publieke procedure wordt afgewikkeld.

Een collectief akkoord

De insolvente psycholoog legt een reorganisatieplan voor aan zijn schuldeisers. Na goedkeuring door de meerderheid van de schuldeisers, beslist de rechtbank of het reorganisatieplan wordt gehomologeerd (het wordt ‘goedgekeurd’). In dit geval is het aan de psycholoog om het reorganisatieplan zelfstandig verder uit te voeren. Hij krijgt hier voor maximaal 5 jaar vanaf de homologatie. 

Wanneer de psycholoog het plan niet zou uitvoeren, kunnen de schuldeisers of de Procureur des Konings de intrekking van het plan vorderen bij de rechtbank.

Overdracht van de activiteiten onder gerechtelijk gezag

De rendabele activiteiten worden overgedragen aan een overnemer. De procedure wordt gecoördineerd door een gerechtsmandataris.

Gedurende de procedure blijft de psycholoog beslissingsbevoegd, toch indien geen voorlopig bewindvoerder werd aangesteld voor de gedeeltelijke of gehele overneming van het beheer (zie hierboven). Hij blijft dus zelfstandig zijn activiteit verder uitoefenen.

Het is aan de psycholoog zelf om een procedure gerechtelijke reorganisatie aan te vragen bij de rechtbank van koophandel.

Noot: ook in het kader van een gerechtelijke organisatie bestaat de mogelijkheid om een ondernemingsbemiddelaar in te schakelen (zie hierboven, onder ‘preventieve maatregelen’).

  1. 5. Faillissement

Een faillissement kan door de rechtbank zowel op aanvraag van de insolvente psycholoog worden uitgesproken als op dagvaarding van bijvoorbeeld een schuldeiser, het Openbaar Ministerie of een voorlopig bewindvoerder. De psycholoog verliest het beslissingsrecht over zijn vermogen en een curator wordt aangesteld om het beheer van de boedel op zich te nemen. Het doel van een faillissement strekt zich ertoe alle activa te verkopen en te gaan verdelen onder de schuldeisers.

Ook bij een faillissement wordt een specifieke bescherming voorzien voor de naasten van de gefailleerde.

Het beroepsgeheim bij de aanvraag van een gerechtelijke reorganisatie of een faillissement: waar moet u mee rekening houden?

Wanneer een psycholoog een gerechtelijke reorganisatie aanvraagt of een aangifte doet van een faillissement moet hij ervoor zorgen dat het verzoekschrift en de stavingstukken die hij in dit kader indient geen inbreuk vormen op het beroepsgeheim. Dit wordt expliciet bepaald in artikel XX.103 van het Wetboek Economisch Recht. Het verzoekschrift en de stavingstukken mogen dus op geen enkele manier melding maken van persoons- en vertrouwelijke gegevens over cliënten en andere personen.                                           

Insolventiefunctionarissen en mede-insolventiefunctionarissen: wie zijn ze, wat doen ze en wanneer krijgt u ermee te maken?

De insolventiefunctionaris

Wanneer een insolventieprocedure wordt opgestart bij de beoefenaar van een vrij beroep, legt de wet op een aantal momenten vast dat een insolventiefunctionaris moet worden aangesteld (verder: IF). Deze insolventiefunctionaris wordt aangesteld door de rechtbank en kan meerdere taken toegewezen krijgen, waaronder:

  • vorderingen die in het kader van een insolventieprocedure werden ingediend controleren en aanvaarden;
  • het collectieve belang van de schuldeisers behartigen;
  • het geheel of een deel van de goederen waarover de psycholoog het beheer en de beschikking werd ontzegd, beheren;
  • het geheel of een deel van de goederen waarover de psycholoog het beheer en de beschikking werd ontzegd, vereffenen en verdelen onder de schuldeisers;
  • toezien op het beheer van de onderneming van de psycholoog.

De mede-insolventiefunctionaris

Wanneer een beoefenaar van een vrij beroep (vb. psycholoog) het onderwerp vormt van een insolventieprocedure, moet in bepaalde gevallen bovendien een mede-insolventiefunctionaris worden aangesteld (verder: mede-IF). Deze mede-IF:

  • staat de IF bij in de afwikkeling van de insolventieprocedure;
  • geeft advies m.b.t. alle deontologische kwesties en vragen die kunnen opduiken in het kader van de insolventieprocedure. Denk bijvoorbeeld aan de bewaring en overdracht van patiëntendossiers bij een faillissement.

Deze mede-IF moet deel uitmaken van dezelfde beroepsgroep als de insolvente vrij beroeper. Wanneer een psycholoog het onderwerp vormt van de insolventieprocedure, zal het dus steeds een psycholoog zijn die als mede-IF wordt aangesteld door de rechtbank

Een mede-IF moet verplicht worden aangesteld bij de volgende insolventiemaatregelen:

  • de overdracht van de activiteiten onder gerechtelijk gezag bij een gerechtelijke reorganisatie.
  • een faillissement. De mede-IF wordt in dit geval een ‘mede-curator’ genoemd.

Daarnaast heeft de rechter nog de mogelijkheid om een mede-IF aan te stellen in het kader van de voorlopige maatregelen (vb. wanneer een gerechtsmandataris of een voorlopig bewindvoerder wordt aangesteld als insolventiefunctionaris). De rechter is hiertoe echter niet verplicht.

In geval van faillissement heeft de mede-insolventiefunctionaris nog de bijkomende taak om briefwisseling (papier en elektronisch) gericht aan de gefailleerde psycholoog te behandelen en er een passend gevolg aan te geven.

Hoe wordt de lijst van mede-insolventiefunctionarissen samengesteld en wie kan zich kandidaat stellen?

De Psychologencommissie moet jaarlijks tegen 31 december een lijst van mede-insolventiefunctionarissen neerleggen in RegSol (het Centraal Register van Solvabiliteit). Dit betekent dat de Psychologencommissie een oproep moet lanceren onder de psychologen om zo een aantal geschikte personen te vinden die deze taak op zich kunnen nemen.

Deze lijst zullen de rechtbanken gebruiken om een mede-insolventiefunctionaris aan te stellen wanneer een psycholoog het onderwerp vormt van een gerechtelijke reorganisatie (enkel bij overdracht van de activiteiten onder gerechtelijk gezag) of van een faillissement. De rechtbank kan ook advies inwinnen bij de Psychologencommissie met betrekking tot de meest geschikte kandidaat op de lijst in een specifiek geval.

Aan welke minimumvoorwaarden moeten de mede-IF voldoen?

Boek XX stelt dat de mede-IF:

  1. 1. waarborgen moet bieden van:
    1. a. bekwaamheid,
    2. b. ervaring,
    3. c. onafhankelijkheid,
    4. d. onpartijdigheid.
  2. 2. bekwaam moeten zijn op het vlak van vereffeningsprocedures wanneer hij optreedt in het kader van een faillissement. Hij moet hiermee voldoende vertrouwd zijn, maar er wordt niet verwacht dat hij zelfstandig een vereffening kan afwikkelen.
  3. 3. een verzekering beroepsaansprakelijkheid moeten hebben. Het gaat hier om een BA-verzekering specifiek voor de eventuele schade die de psycholoog zou kunnen veroorzaken in het kader van zijn activiteiten als mede-insolventiefunctionaris.
  4. Hoe worden de  mede-IF’s opgeleid?

    De Psychologencommissie zal een opleidingspakket samenstellen om de aangestelde mede-IF’s bij te scholen op het vlak van insolventierecht, insolventieprocedures en relevante deontologische bepalingen.  

    Welke tijdsinvestering zal deze taak met zich meebrengen?

    Gezien het om een volledig nieuwe regelgeving gaat voor zowel psychologen als andere vrije beroepen kunnen we dit momenteel nog niet inschatten. Dit zal bovendien sterk afhangen van de complexiteit van het specifieke dossier waarin de insolvente psycholoog betrokken is.

    Hoe worden de kandidaten gekozen?

    De Psychologencommissie zal de voorwaarden die hierboven staan opgesomd in de komende weken verder concretiseren en lanceert een oproep onder alle psychologen via de nieuwsbrief. Geïnteresseerde psychologen die beantwoorden aan deze voorwaarden krijgen vervolgens de kans om hun kandidatuur in te dienen voor de functie van mede-IF. Op basis hiervan selecteert de Psychologencommissie de psychologen voor de lijst van mede-IF’s.  Deze lijst zullen de rechtbanken gebruiken om een mede-IF aan te duiden bij de verschillende mogelijke insolventieprocedures.

    Vergoeding

    De mede-IF’s worden vergoed volgens de regels die zijn vastgelegd in het Koninklijk besluit van 26 april 2018 houdende vaststelling van de regels en barema's tot bepaling van de kosten en het ereloon van insolventiefunctionarissen. Het ereloon zal steeds afhangen van de complexiteit van de zaak en de benodigde tijd voor het afwikkelen van de insolventieprocedure.

    Noten

    [1] Wet van 11 augustus 2017 houdende invoeging van het Boek XX "Insolventie van ondernemingen", in het Wetboek van economisch recht, en houdende invoeging van de definities eigen aan Boek XX en van de rechtshandhavingsbepalingen eigen aan Boek XX in het Boek I van het Wetboek van economisch recht. Deze wettelijke bepalingen worden voor vrije beroepers verder verduidelijkt aan de hand van de volgende uitvoeringsbesluiten:

    • Koninklijk besluit van 26 april 2018 houdende uitvoering van artikel XX.1, §1, laatste lid van het Wetboek van economisch recht wat betreft de toepassing van boek XX van het Wetboek van economisch recht op de beoefenaars van vrije beroepen
    • Het koninklijk besluit van 26 april 2018 houdende vaststelling van de regels en barema’s tot bepaling van de kosten en het ereloon van de insolventiefunctionarissen

    [2] Een vrij beroep wordt gedefinieerd als:

    • elke onderneming wiens activiteit er hoofdzakelijk in bestaat om;
    • op onafhankelijke wijze en onder eigen verantwoordelijkheid;
    • intellectuele prestaties te verrichten waarvoor een voorafgaande opleiding en een permanente vorming is vereist;
    • en die onderworpen is aan een plichtenleer waarvan de naleving door of krachtens een door de wet aangeduide tuchtrechtelijke instelling kan worden afgedwongen.                                                

    Psychologen vallen onder deze definitie en dus zal deze wetgeving ook voor hen belangrijk zijn, toch voor zover hun activiteit (voltijds of deeltijds) op zelfstandige basis wordt uitgeoefend. Boek XX van het Wetboek Economisch Recht is niet van toepassing op psychologen die als werknemer aan de slag zijn en dus in ondergeschikt verband werken.

    [3] De wet omschrijft niet precies wat een ‘kennelijk grove fout’ inhoudt. Dit moet waarschijnlijk worden begrepen als een fout die een normaal voorzichtig en redelijke psycholoog niet zou hebben begaan en die een inbreuk vormt op voor de samenleving essentiële normen.