Tuchtraad
De Psychologencommissie kent twee tuchtrechtelijke instanties: een Tuchtraad en een Raad van Beroep.
Beide raden nemen een onafhankelijke positie in binnen onze organisatie. Zij zijn bevoegd voor het onderzoeken van inbreuken op de plichtenleer of deontologische code voor psychologen.
- De Tuchtraad ontvangt de initiële klacht, onderzoekt deze en doet de eerste uitspraak bij inbreuken op de plichtenleer.
- De Raad van Beroep, daarentegen, biedt aan de gesanctioneerde psycholoog de kans om tegen de uitspraak van de Tuchtraad in beroep te gaan.
Verloop van een tuchtprocedure
De Tuchtraad kan in twee gevallen een tuchtprocedure instellen:
- nadat een cliënt of een ander persoon of instantie een klacht heeft ingediend
- nadat de Psychologencommissie op eigen initiatief een klacht heeft neergelegd, na kennis te hebben genomen van een ernstige deontologische inbreuk.
De Tuchtraad oordeelt vervolgens of de klacht ontvankelijk is. Dit betekent dat er effectief een vermoeden is van een inbreuk op de deontologische code voor psychologen. Alleen wanneer de klacht ontvankelijk is, kan een onderzoek ingesteld worden.
Tijdens deze onderzoeksfase krijgt ook de psycholoog de kans om het klachtendossier in te kijken en zijn versie van de feiten te geven. Hij krijgt hiertoe een uitnodiging per aangetekend schrijven. Hij mag zich laten bijstaan door een advocaat of een ander persoon, bv. een vertegenwoordiger van zijn beroepsvereniging. Hierna beslist de Tuchtraad of het handelen van de psycholoog al dan niet ethisch correct was.
Op basis van de resultaten van het onderzoek beslist de Tuchtraad of de klacht gegrond is en of een sanctie is aangewezen. Zij doet dit na grondig overleg en bij meerderheid van stemmen. De deontologische code dient hierbij als toetssteen. Haar finale beslissing wordt bovendien telkens beargumenteerd.